Compliance is de onafhankelijke functie die gericht is op het onderzoek naar en het bevorderen van de naleving van wet- en regelgeving, interne gedragscodes, waarden en procedures die verband houden met de integriteit van MN. Organisaties moeten aan steeds meer wet- en regelgeving voldoen, wet- en regelgeving die bovendien continu aangepast wordt en steeds complexer blijkt. Daarnaast worden toezichthouders steeds strenger en vragen om meer inzicht in de organisatie. Door middel van een beheerste en integere bedrijfsvoering streven we naar een prettig werkklimaat en een goede reputatie. De compliance officers van MN zorgen er voor dat men zich binnen de organisatie bewust is van de op het werkproces van toepassing zijnde wet- en regelgeving en de reputatie- en integriteitsrisico’s.
Met verwijzing naar artikel 11 van de Verordening Marktmisbruik geeft MN geen opvolging aan verzoeken van uitgevende instellingen of secundaire aanbieders van financiële instrumenten bij het uitvoeren van marktpeilingen. MN zal de standpunten van haar klanten over agendapunten van strategisch belang of (koersgevoelige) effectentransacties kenbaar maken via de reguliere aandeelhoudersvergaderingen.
With reference to Article 11 of the Market Abuse Regulation (MAR), please be advised that MN will not carry out requests of issuers of financial instruments or secondary suppliers of financial instruments as mentioned under article 11 a) and b) of the MAR regarding market soundings-activities. MN will express the views of her investors about points of strategic importance via the regular shareholdermeetings. This also applies for transactions in securities which are by her nature price sensitive.
Conform de Wet op het financieel toezicht (Wft) stelt Mn Services Vermogensbeheer B.V. (MN Vermogensbeheer) jaarlijks de noodzakelijk geachte hoeveelheid kapitaal vast. Dit vindt plaats door middel van de jaarlijkse risico- en scenarioanalyse. De in 2017 opgenomen 15% extra buffer naast het Pilaar I- en Pilaar II-Kapitaal blijft voor 2018 gehandhaafd. MN Vermogensbeheer heeft ten opzichte van 2017 geen belangrijke wijzigingen doorgevoerd om te (blijven) voldoen aan de prudentiële vereisten van de CRR en CRD IV.
Gelet op de aard en omvang van de bedrijfsactiviteiten en het aanwezige risicoprofiel is het eigen vermogen van MN Vermogensbeheer toereikend om te voldoen aan de prudentiële kapitaalvereisten van de toezichthouder. De kapitalisatie is voldoende robuust om onder de huidige en toekomstige omstandigheden risico’s het hoofd te bieden.
Voor Mn Services Fondsenbeheer B.V. (MN Fondsenbeheer) zijn de kapitaalvereisten van de Alternative Investment Fund Managers Directive (AIFMD) opgenomen in de Wft. De kapitaalvereisten van MN Fondsenbeheer zijn gebaseerd op het beheerde vermogen van de MN beleggingsfondsen. Hiervoor is een berekening van het aan te houden kapitaal en de periodieke monitoring daarvan opgezet.
De robuustheid van het kapitaalniveau van MN Vermogensbeheer wordt door middel van stresstesten/scenario-analyses beoordeeld. Hiertoe heeft het managementteam van MN Vermogensbeheer in samenspraak met de afdeling Risk & Compliance een risk assessment uitgevoerd. Daarbij zijn tien risicogebieden onderkend. Aan de hand van de risico-analyse en de stresstesten/scenarioanalyses zijn deze risicogebieden verder uitgewerkt en is de noodzakelijk geachte hoeveelheid kapitaal vastgesteld.
Elk half jaar wordt getoetst of het kapitaal van MN Vermogensbeheer voldoende is in relatie tot het risicoprofiel. Verder wordt bij ingrijpende strategische besluiten of grootschalige organisatorische veranderingen gekeken of het kapitaal van MN Vermogensbeheer als gevolg daarvan moet worden aangepast. Tussen de moedermaatschappij Mn Services N.V. en MN Vermogensbeheer bestaan geen belemmeringen voor een eventueel noodzakelijke kapitaaloverdracht.
In lijn met good practices vindt het bestuur van MN het belangrijk om de risico’s waaraan MN wordt blootgesteld inzichtelijk te hebben, zodat hierop gestuurd kan worden. MN definieert risico als volgt: de mogelijke afwijking van de verwachte uitkomsten die impact heeft op de waarde, het kapitaal, inkomsten of uitgaven van MN, haar aandeelhouders, opdrachtgevers en klanten, haar organisatiedoelen of toekomstige mogelijkheden. De risico’s van MN en haar klanten zijn derhalve een resultante van externe en/of interne risico’s die inherent aan de bedrijfsvoering zijn.
De Risk Taxonomy van MN definieert de risicotypologieën waaraan de bedrijfsvoering van MN is blootgesteld. Daarnaast wordt ook weergegeven aan welke risicotypologieën de opdrachtgevers van MN zijn blootgesteld, die MN voor hen bewaakt. MN heeft voor een adequate risicobeheersing van haar bedrijfsvoering gekozen om de verschillende risico’s te classificeren en in te delen in categorieën. De risicoclassificatie sluit op hoofdlijnen aan op het Handboek voor Financiële Instellingen Risicoanalyse Methode (FIRM), zoals ontwikkeld en uitgebracht door De Nederlandsche Bank in 2005. De keuze van de categorieën is gebaseerd op de meest voorkomende risico’s zoals deze worden gepercipieerd door MN. MN onderscheidt de volgende risicoclassificaties: strategisch & businessrisico, operationeel risico (inclusief IT- en modelrisico), reputatierisico, compliancerisico, frauderisico, uitbesteidngsrisico, juridisch risico, financiële risico's en sustainabilityrisico.
MN onderscheidt ondernemingsrisico’s op drie niveaus: strategisch, tactisch en operationeel. Strategische risico’s zijn kansen, bedreigingen, sterktes en zwaktes voor het behalen van onze strategische doelstellingen. De belangrijkste strategische risico categorieën van MN zijn: omgeving, concurrentie, afhankelijkheid, ondernemingsklimaat en corporate projecten. Voor de risico’s zijn voor zover mogelijk gepaste maatregelen genomen en zijn waar nodig acties en actieplannen opgesteld om de beheersing op het gewenste niveau te brengen. Dit overzicht is een herijking van de vorig jaar geïdentificeerde risico’s. Na evaluatie heeft MN geoordeeld dat de onderstaande strategische risico’s onverminderd actueel zijn.
Het kredietrisico wordt gedefinieerd als het risico dat tegenpartijen niet aan de contractuele verplichtingen kunnen voldoen. Dit risico wordt als gering beschouwd gezien de kwaliteit van de debiteuren (hoofdzakelijk pensioenfondsen en verzekeraars met een lage default- of faillissementskans) en de aanpassing van de voorschotten die MN haar klanten in rekening brengt wanneer daartoe aanleiding bestaat. De liquide middelen staan uit bij banken die minimaal een AA-rating hebben. Het kredietrisico hierop wordt als te verwaarlozen gezien.
Van de liquide middelen staat per balansdatum 2016 94% uit bij ING en 6% bij de Rabobank.
Liquiditeitsrisico is het risico dat het volume en de timing van de kasstromen binnen circa een jaar niet op een adequate wijze zijn gematched. Hierdoor kan een tekort aan liquide middelen niet (eenvoudig) worden gecompenseerd. De huidige stand van liquiditeiten is boven de door MN geformuleerde buffer. Ook heeft MN een prognosemodel om het uitgavenpatroon te bewaken. MN beschikt tevens over een kredietfaciliteit verstrekt door haar (indirecte) aandeelhouders, maar tot op heden heeft zij daar geen gebruik van hoeven te maken.
In geval van wijzigingen in de actuele marktrente loopt MN risico over de reële rentewaarde. Dit met oog op de langlopende lening tegen een vaste rente van MN haar (indirecte) aandeelhouders. Dit risico wordt niet afgedekt. Het renterisico op de uitstaande deposito’s is niet afgedekt gezien het kortlopende karakter van het deposito, en de hoogte van het bedrag in relatie tot het balanstotaal en de omzet van MN.
Het marktrisico voor MN is niet materieel, omdat MN alleen beleggingstransacties verricht voor rekening en risico van professionele beleggers.
Het risico dat MN loopt een groot deel van haar omzet te verliezen, gezien de relatief grote omzet bij een beperkt aantal opdrachtgevers, wordt aangeduid als een inherent concentratierisico. De 3 grootste opdrachtgevers dragen voor ca. 80% bij aan de omzet van MN. Dit risico wordt als beperkt beschouwd, omdat MN met deze opdrachtgevers een strategisch partnerschap heeft en deze partners tevens (indirect) aandeelhouders zijn van MN.
Reputatierisico is het risico dat MN negatief in het nieuws komt door zaken als klachten, geschillen, negatieve berichtgeving in de pers, incidenten en compliance issues. Belangrijke bronnen voor reputatierisico betreffen de operaties binnen MN en de handelingen ten behoeve van opdrachtgevers en overige zakelijke partijen. Daarnaast wordt de publieke opinie over pensioen(uitvoerders) mogelijk beïnvloed door politiek, pers en regelgeving. Om reputatieschade, voortkomend uit operationele fouten, zoveel mogelijk te beperken, voert MN haar uitvoeringsactiviteiten uit conform de ISAE3402 standaard. Specifiek voor het door opdrachtgevers aan MN uitbestede vermogensbeheer loopt MN als uitvoerder een risico. Dit is het geval indien de beleggingsstrategie van haar klanten niet strookt met de maatschappelijke opinie of weloverwogen beleggingsstrategieën desondanks niet goed uitpakken. MN baseert haar beleid als vermogensbeheerder op de VN-principes voor verantwoord beleggen (UNPRI). Om de integriteit van haar bedrijfsvoering zoveel mogelijk te waarborgen beschikt MN over een Know Your Relations (KYR) beleid. Ook heeft MN een gedragscode en zijn interne regelingen voor haar medewerkers van toepassing.
Maatregelen die MN Vermogensbeheer heeft getroffen om bovenstaande risico’s te beperken zijn onder andere:
- De inrichting van het Risk Management Framework binnen de MN Vermogensbeheer op basis van het ‘three lines of defence’-model (1- lijnmanagement, 2- riskmanagement, control en compliance en 3- audit).
- Het analyseren op kwartaal basis van en het sturen op strategische, tactische en operationele risico’s van MN Vermogensbeheer door F&C en R&C.
- Het leveren van gecertificeerde ISAE 3402-rapportage van MN Vermogensbeheer door een externe accountant.
- De periodieke review van de beheercontracten met opdrachtgevers.
- Het inzicht krijgen in de risico’s die samenhangen met uitbesteding en blijvende beheersing van deze risico’s aan de hand van een robuust uitbestedingsbeleid. (o.a. adequaat due diligence traject bij het aanstellen van externe vermogensbeheerders).
Gelet op de aard en de omvang van de bedrijfsactiviteit en het aanwezige risicoprofiel van MN Vermogensbeheer is het feitelijk aangehouden kapitaal toereikend om te voldoen aan de prudentiële kapitaalvereisten van DNB.